Lekkum, St. Ceciliatsjerke
|
| Kerk |
|
De kerk is in 1778 gebouwd op de fundamenten van de oude, afgebroken middeleeuwse kerk. De muren worden geleed door pilasters en onderbroken
door rondbogige vensters. In 1779 zijn gebrandschilderde wapenglazen in deze vensters geplaatst, onder andere in opdracht van de Staten, maar
die zijn verloren gegaan. Een gedenksteen in rococo- of Lodewijk XV-stijl boven de zuiddeur herinnert aan de eerste steenlegging door Hein Blok,
eigenaar van een steenfabriek nabij Leeuwarden. De oorspronkelijke middeleeuwse toren bleef in eerste instantie gehandhaafd maar is in 1896 alsnog
vervangen. De twee reeds aanwezige klokken bleven gehandhaafd. Eén is in 1512 gegoten door Gerhardus van Wou en Johan Schoneborch. De tweede klok in
1548 is eveneens gegoten door Gerardus van Wou. Het schip werd gerestaureerd in de jaren 1968-1970 en de toren in 1994.
Tijdens de restauratie van 1968-1970 is het interieur behoorlijk gewijzigd. Zo ging een onoverhuifde 18e eeuwse herenbank verloren. Wel bleef de eikenhouten preekstoel uit 1778 bewaard. De panelen van de hoekpilasters van de kuip zijn voorzien van blad- en bloemornamentjes in Lodewijk XV-stijl. Ook een andere herenbank bleef gespaard. Deze dateert vermoedelijk uit dezelfde tijd als de preekstoel, maar oogt moderner doordat het snijwerk is uitgevoerd in Lodewijk XVI-stijl. Op de overhuiving staat een kuifstuk, waarin twee wapenschilden zijn aangebracht. De wapens zijn in 1795 weggesneden, maar op de banderolles onder de schilden zijn de namen blijven staan van de families van wie ze afkomstig zijn: Blok en Tromp. Andere oude objecten zijn de collectezakken met het ingegraveerde jaartal 1779, een merkwaardige offerbus die mogelijk van Arabische herkomst is, een archiefkist en de uit 1663 daterende kanselbijbel die in 1779 aan de kerkvoogdij werd geschonken door Ambrosius Dorhout. In de vloer liggen dertien grafstenen, waarvan een aantal uit de 18e eeuw. De kerk is sinds 1967 rijksmonument. |
| Orgel |
| 1827-1828 |
| Het orgel wordt gebouwd door Luitjen Jacob en Jacob van Dam uit Leeuwarden. Op 20 juli 1828 wordt het orgel in gebruik genomen. |
| 1913 |
| P. van Dam uit Leeuwarden restaureert en wijzigt het orgel. Hij herstelt het klavier, het pedaal en de windlade. De drie spaanbalgen worden vervangen door een nieuwe magazijnbalg. De Mixtuur en de Quint 3' worden vervangen door een Violon 8' en een Trompet 8'. |
| 1983-1984 |
| Fa. Bakker & Timmenga uit Leeuwarden hersteld het orgel en de dispositie naar het beeld van 1828. Alle wijzigingen na 1828 worden ongedaan gemaakt. Alleen de magazijnbalg uit 1913 blijft gehandhaafd. Er wordt een nieuw pedaalklavier geplaatst. Op 26 mei werd het orgel weer in gebruik genomen met een concert door adviseur Jan Jongepier. |
| Dispositie |
| Manuaal, C - f''' | Pedaal, C - g | ||||||
|
Prestant Holpijp ● Viool de Gambe ● Octaaf Fluit d’Amour Quint ● Woudfluit Mixtuur ● |
8' 8' 8' 4' 4' 3' 2' 3-5 st. |
Aangehangen | |||||
| Werktuigelijke registers | |||||||
|
Pedaalkoppel Afsluiting |
● (gedeeld tussen fis en g) ● (vanaf g) ● 1984 |
||||||
| Geschiedenis over kerk en orgel |
| Verteller | : | Jan Jongepier (1941-2011) |
| Duur | : | 6 minuten en 17 seconden |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 2002 |
| Improvisatie |
| Organist | : | Jan Jongepier |
| Duur | : | 8 minuten en 17 seconden |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 2002 |